Unesco riep het 800e geboortejaar van Djalâl'uddîn Rûmî uit tot 'Jaar van Mevlana en tolerantie'. Het Rumi-jaar 2007 werd daarmee een gelegenheid om zijn werk over de hele wereld in zoveel mogelijk talen en dus ook in het Nederlands uit te brengen.
De Masnawî wordt beschouwd als zijn meesterwerk. De Masnawî is een lofdicht op de liefdevolle vereniging met God. Meester Roemi, heeft daarvoor alle middelen aangewend die hij tot zijn beschikking had. Zijn taalbeheersing brengt hem in het gebied dat eigenlijk niet in taal valt te verbeelden. Zijn pedagogische inzicht geeft hem de mogelijkheden om zowel met voorbeelden uit de hoge als die uit de lage cultuur te werken. Hij gebruikt dierenfabels, erotisch volksverhalen, talloze voorbeelden van spiritualiteit uit de Koran en de mystieke praktijk van zijn voorgangers en tijdgenoten, om de religie van de liefde aan ons over te dragen. In zijn eigen tijd, maar ook nu, weet hij daarmee een groot publiek te bereiken. Met zijn gevoel voor humor en relativering maakt hij abstracte spiritualiteit inleefbaar en zelfs voor kinderen verstaanbaar. Het soefisme is geen boekencultuur, maar een praktijk die leidt tot innerlijk licht en vrede, die midden in het leven staat. Toch heeft de Masnawî een bibliotherapeutische functie. Het aandachtig lezen van dit werk schenkt de verwarmende invloed van een soefimeester en is voor de goede verstaander een verlichtingsproces op zich. Zelfs ongelezen op uw boekenplank heeft het de functie van een samowar. Het water kookt, de thee trekt, en steeds denkt u: toch maar eens een glaasje thee proberen? Want wat hij zegt is herkenbaar: Wat zoek je op het pad van je eigen verbeelding? Waarom was je je gezicht met het bloed van je hart? Van top tot teen, overal is waarheid, O, jij die jezelf niet kent! Wat zoek je, Wat zoek je?
Vertaling: Abdulwahid van Bommel