In De moribus ecclesiae - waarvan dit boek de eerste Nederlandse vertaling bevat - gaat de dan nog jonge Augustinus het debat aan met de manicheeërs. In het eerste boek verantwoordt hij de leefwijze van katholieke christenen door vooral de samenhang te benadrukken tussen de geschriften van het Oude en die van het Nieuwe Testament. In het tweede boek worden de morele opvattingen van de manicheeërs uiteengezet en weerlegd. Augustinus was daarmee vertrouwd, want hij was in zijn jeugdjaren ongeveer negen jaar lid geweest van de manicheese kerk. Daarom is het werk van grote betekenis voor de reconstructie van manicheese opvattingen en praktijken.